Een energieleverancier benaderde Sara telefonisch om bij hem klant te worden. Sara besliste om niet op het aanbod in te gaan en ondertekende nooit een contract om van leverancier te veranderen (niet schriftelijk noch elektronisch). Ze merkt echter snel dat de overstap zonder haar toestemming toch gebeurde.
Ze contacteert de nieuwe leverancier en vraagt verschillende keren om het “contract” te annuleren. Ze wil terug naar haar oorspronkelijke leverancier. De nieuwe leverancier weigert dat te doen omdat het contract volgens hem in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen ingegaan was.
Sara contacteert de Ombudsman voor Energie. De leverancier bezorgt de ombudsman eerst een schermafdruk van een e-mail met het contractvoorstel dat naar Sara was gezonden, met de elektronische handtekening van Sara. Sara benadrukt dat zij nooit een e-mail van de leverancier heeft ontvangen en dat zij het contract dus niet elektronisch had kunnen ondertekenen. De ombudsman vraagt de leverancier om een kopie van de bewuste e-mail, maar de leverancier kan die niet bezorgen.
Omdat er dus geen bewijs is dat Sara het contract ondertekende, verzoekt de ombudsman om Sara’s contract en de facturen die eruit gevolgd zijn, te annuleren. De leverancier doet dit.